Was de rijst en kook deze gaar met 1 scheplepel ketjap.

Als de rijst klaar is doe het in een ruime kom, maak het los en laat het goed afkoelen.

Meng door de afgekoelde rijst 1 scheplepel fijn gesneden selderij.

Neem een ruime pan en doe hierin de olie.

Fruit de gehakte uien, knoflook, trassi (laat dit weg indien je een vegetarische nasi wilt maken), witte peper, kentjoer, laos en bouillonpoeder circa 3 minuten op middelmatig vuur.

Voeg nu de tomatenpuree, suiker, de rest van de fijn gesneden selderij, 1 scheplepel ketjap (dit voeg je niet toe, als je een lichtkleurige nasi wilt hebben) en de salam- en limoenbladeren.

Laat het geheel (met een deksel op de pan 3 a 4 minuten op laag vuur bakken.

Indien je de geplozen kip in de nasi wilt, voeg je die nu toe en laat je het weer een minuut of 2 doorbakken.

Blijf regelmatig roeren!

Voeg het water toe. En laat verder de boemboe (kruidenmix) rustig bakken (circa 10 tot 15 minuten).

Als de olie van de boemboe scheidt, voeg dan nu de afgekoelde rijst toe en roer alles goed om. De kruidenmix moet goed door de rijst heen geroerd worden.

Doe dan de deksel op de pan en laat de rijst 3 a 4  minuten op matig vuur bakken.

Roer het dan weer goed om. Proef of de smaak goed is. Indien nodig kun je nu wat extra zout toevoegen. Roer alles weer goed door. Doe de deksel op de pan en laat de nasi weer 3 a 4 minuten langzaam bakken.

Roer weer om. En laat nog een laatste keer de nasi met de deksel op de pan bakken.

Serveer de nasi met een Javaanse (garnalen) sambel, Javaanse kip, zuurgoed, reepjes gebakken omelet en rauwkost.

Tip: In plaats van trassi, kun je ook droge garnalen gebruiken. Deze week je eerst een uurtje in een kom met water. Vervolgens spoel je de garnalen goed af en maal je deze goed fijn in de hak molen.