Indien je bevroren geraspte cassave gebruikt, dan laat je dit in een kom, met daarin een vergiet (doe de zak cassave in de vergiet) een avond van te voren, rustig ontdooien.

Beboter een bakblik voordat je het beslag gaat maken.

Rooster de geraspte gedroogde kokos kort en licht in een pan. En maal deze eventueel iets fijner in de koffiemolen. Houd je juist van grovere kokos, dan kun je het fijnmalen weglaten.

Doe alle ingrediënten in een ruime kom (behalve de gesmolten boter, ananasstukjes, amandelschaafsel en rozijnen).

Meng dit met de hand ongeveer een minuut of 5 goed door. Het beslag voelt aan als pannenkoekenbeslag, maar dan iets grover door de fijn gemalen kokos.

Voeg dan de vruchtjes en amandelen toe.

Weer even een minuut mengen. Proef het beslag. Mocht je het niet zoet genoeg vinden, dan kun je altijd nog wat extra suiker toevoegen. Als de smaak goed is, voeg dan als laatst de gesmolten boter toe (lauwwarm, niet heet).

Doe het beslag in de beboterde bakblik.

Als je stukjes boter op het beslag wilt doen, dan doe je dat nu. (ik doe het niet, er zit al voldoende vet in naar mijn smaak).

Doe de bakblik in een voorverwarmde oven op 175 graden.

Controleer na een half uur of de bojo bruin wordt.

Indien het bruin kleurt, doe je de oven naar 160 graden terug (anders wordt de bojo niet gaar in het midden).

Gedurende een 1- 1 1/2 uur bakken. Prik na 1 uur met een cakeprikker of een vork om te kijken of de bojo goed gebakken is. Als de prikker er schoon uitkomt, is de bojo klaar. Zo niet laat het dan rustig doorbakken.

Als je de bojo uit de oven haalt, strooi er dan suikermuisjes overheen en laat het onafgedekt afkoelen. De bojo 1/2 tot 1 uur af laten koelen en daarna in stukjes snijden.Tip: Bojo kan een paar dagen van te voren bereid worden. Het is na het bakken zeker een week lang goed houdbaar, buiten de koelkast.

Bojo kan je ook net als ander cakesoorten goed invriezen.