Als kind vond ik deze snack helemaal niks. Dat kwam onder andere omdat je het op alle Hindostaans-Surinaamse feestjes kreeg. Daarbij was het ook nog veels te peper of had het absoluut geen smaak. Ik maak het nu zelf en ook al eet ik het niet vaak, zoals ik het maak, is het heerlijk. Het mooie van deze snack is dat je het qua voorbereiding lang van te voren kunt maken en en op het moment zelf binnen 10 minuten op tafel hebt staan. En het allerbelangrijkste, het mislukt nooit!
Week de kikkererwten in een ruime kom met koud water en laat het minimaal een nacht weken.
Spoel de kikkererwten goed af en zet in een ruime pan met water samen met de kurkumapoeder en 1 theelepel zout, op vuur. Kook de kikkererwten iets zachter dan beetgaar.
Giet de kikkererwten af.
Doe in een ruime de olie samen met de gemalen knoflook, asafoetida, gesneden peper en de sojasaus op vuur. Fruit dit licht aan.
Voeg de kikkererwten toe samen met 1 theelepel zout en de gemalen komijn. Roer alles goed om.
Laat de kikkererwten 10 a 15 minuten op middelmatig vuur langzaam bakken.
Haal de pan van het vuur en zet de gebakken kikkererwten in een serveerschaal. Garneer met wat geroosterde komijnzaad. Schep de kikkererwten in kleine schaaltjes en serveer het als snack.
Tip: Dit recept kun je ook toepassen op hele linzen of peulvruchten. Zo zijn verse kapucijners of de pitjes van de overrijpe kouseband ook heerlijk om op deze wijze te bereiden.
Door Aivie
